Het groene dopje.

Meestal schrijft ze niet onderweg. Ze heeft al een vreselijk geschrift als ze gewoon stil achter haar bureautje zit, dus wilt ze echt de grenzen niet opzoeken door al reizend op de bus of trein te gaan zitten schrijven. En sinds vorige week, weet ze weer waarom ze een vrouw van principes is.

Het vroor de stenen uit de grond en de hersenen uit haar pan. Was ze per ongeluk naar Lapland gewaaid zonder het gemerkt te hebben? Geen ski-outfit voor handen, waarom zou ze ook. Sneeuw en ijs, nooit gesnapt. Blijf in je hol wonen mensen… En ga tijdens de zomer over de kades paraderen, in de straatjes flaneren, maar blijf bij deze temperaturen achter de juiste kant van het glas.

Na een kwartier tegen het bushokje gevroren te hebben, maakte ze zich los van het bankje en snelde naar de bus. Ja, zelfs bij deze temperaturen was het al te veel gevraagd om op tijd te komen. Reken maar een marge van een kwartier… Om te vermijden dat haar hersenen het begaven en besloten om niks nuttigs meer te doen, nam ze haar mapje en haar pennenzak. Even nuttig wezen voor 3 kwartier, erg pijnlijk nu, maar straks, als ze naar één of andere Amerikaanse lachbandserie ligt te gapen eens zo leuk.

Hoofdstuk 3. Ja, dat had ze nog niet doorgenomen sinds… ja, euh, mensenheugnis? Oranje fluo voor data, groen voor namen en gele voor de rest… Leve structuur. Niet met drie tegelijk, dacht ze. Veel te onhandig. Eén per één, om fluostiftbroeken en strepen te vermijden – hoezo getraind? Even de data…. En nu de namen…. Met bevroren vingers trok ze het dopje van de stift, iets te enthousiast. Poef. Weg was het. Waarschijnlijk richting Lapland. Ze voelde dat ze zich schaamde. Haar wangen werden rood maar vanbinnen had ze een temperatuur onder nul.

Toch even trots aan de kant zetten en rondneuzen in de bus. Links, rechts, boven, neen wacht, nutteloos, onder dan maar. Niks. Zucht. Oké, even de namen dus, dan kan ze staks nog even rondkijken. Helaas, niet te vinden… Dan moet ze maandag maar even een winkel binnenwippen om een groene fluostift… Ze wilde geen strepen in haar pennenzak. Niet dat hij nagelnieuw is of echt compleet onvervangbaar en kraaknet. Neen, toevallige strepen zijn toegelaten maar opzettelijk aangebracht, dat heet vandalisme en da’s verboden. Ze nam een zakdoekje, vouwde het half open en wikkelde de bovenkant van de stift erin. De dame aan de andere kant van de bus keek haar aan. Alsof haar fluostift een verkoudheid had. Zou het je verbazen bij deze temperatuur? Dan maar snel even instoppen in een bedje van pennenzak! Om erger te voorkomen.

Geel. De kleur van de zon. Van horen zeggen. Al in eeuwen geen zon meer gezien, zo lijkt het. Eigenlijk gaat de busrit vrij vlot als ze zich nuttig bezighoudt – nuttig met papieren zakdoekengeklieder. Oh, de volgende halte is het zover, dan bevriest het vocht in haar neus weer, het water in haar ogen en dat in haar mond. Ze begon in te pakken als een gek. Voorzichtig voor die groene met zijn jasje! Snel, duw op de knop, anders krijg je weer op je donder van de chauffeur: ‘Juffra’ke, op tijd bellen! Anders moet ik alles dichtgooien!’

Ze gooide de rugzak over haar schouder en toen gebeurde het. Er viel iets en al even snel ging het een eigen leven leiden in de bus, op het tempo van de rem van de chauffeur. Het groene dopje… Met een tijgersprong lukte het haar nog net om het van de afgrond te redden. Niet erg sexy, maar wel een hoog pantoffelheldgehalte. Maar vanaf nu, nooit meer aanduiden in de bus of op de trein. Tenzij ze ergens een vent kan opscharrelen die naast haar komt zitten om haar dopjes vast te houden….

3 gedachtes over “Het groene dopje.

Laat van je horen.